woensdag 28 oktober 2009

Koksbuisje verpest

Grrr.
Heb mijn zwarte broek en witte buis samen gewassen Kan dus niet.
Grr.

Bloggade

Ik heb last van een bloggade. Ik heb de cateraar het blogadres doorgegeven. Omdat ik vond dat als iemand figureert in een blog, en het zou onverhoeds een leessucces worden, je niet na een lange tijd nog kan zeggen: "o, ja, by the way, dat ben jij."
Maar ik ben niet consequent, want de meester geef ik het niet door.
Maar nu heb ik dus een figuur uit mijn blog als lezer. En ik heb gezegd dat die figuur vieze Bravilor koffie schenkt. Dat zit me dan dwars.
Want waarom schreef ik dat Bravilor er was en hoe vies is het werkelijk? Ik heb het waarschijnlijk uit effectbejag geschreven. Pure produkten van dichtbij inkopen en ze heel uitgebreid en zorgvuldig bewerken, en vervolgens zelf met 3 liter uit de Bravilor genoegen nemen. Dat vond ik wel een leuke tegenstelling.

Door daar over na te denken, vielen mijn blogs over de twee dagen met de grote partij bij de cateraar me alsmaar niet goed. Die zitten nu nog in een blogmapje op mijn laptop. Misschien dat ik dat later nog eens plaats.

Ik heb er wel van genoten, van die twee dagen produktie draaien.Ik ben ook op mijn eigen enorme onkunde en onkennis gestuit. Dat zal de bloggade ook wel in werking gezet hebben. (Ik heb paksoi te ruw gewassen, waardoor het stuk is gegaan. En ik heb ergens proevend volkomen naast gezeten. Nog wel iets wat ik de dag ervoor zelf gemaakt had.)

Gisteren was ik weer op school. Dat heeft mijn bloggade opgeheven, want ik verkeerde tussen allemaal mensen die het nog niet weten en nog niet kunnen.

De anekdotes van de meester van week drie bij de behandeling van de verschillende soorten keukens en de verschillende routing die verschillende keukens vereisen: "Laat als eigenaar van een zaak nooit een chef kok je keuken ontwerpen. Die wil het duurste en het beste, dat ga je niet leuk vinden. Maar laat ook nooit een architect je keuken ontwerpen, want ....Ik zal jullie zeggen dat in de bijgelovige horeca je nooit, nooit een tafel dertien vindt, of een dertiende verdieping. Maar waarom heeft het Bouwes Palace in Zandvoort dat dan wel? Die hebben in de haast een dertiende verdieping erop moeten laten zetten, de glazen 13e bovenop. Congreszalen, restaurantgedeelte, kamers, alles was er, maar ze waren de keuken vergeten, de architecten."

Ik begin te merken dat we een beeld van de zeventiger jaren krijgen door meester. Ik denk dat mijn medeleerlingen helemaal niet weten wat het Bouwes gebouw is, of wie Ben Pon is en Rob Slotemaker was. Ik ben zijn enige publiek! Samen met de andere 50 jarige vrouw.

In het klasje is het opvallend dat zich na drie lessen al groepjes hebben gevormd. Mijn groepje bestaat uit een ex-kunstenares, ook 50, een overtollige kantoordame (35), en een net eindexamen gehaalde havo-scholier. Waarom hij voor ons oudere dames kiest weet ik niet. Hij wil niet met de andere jongens optrekken in onze wat trieste boterhampauzes.

In het theorielokaal zitten we nu met de groepjes bij elkaar. Dat heeft zich al helemaal gevormd. We zoeken dezelfde plekken op. Een ander groepje wordt gevormd door de arrogante, die met Almere - noem ik hem maar- de snelle Henkies groep vormt. Gisteren waren ze weer een kwartier eerder dan de rest klaar met het eten bereiden.

Er is één alleenstaande. De Italiaan. De Italiaan doet de theorie op de dagschool in het engels. De praktijk doet hij bij ons. Hij spreekt engels zoals Italianen dat in de zeventiger jaren deden. Hij is rommelig. Hij bereidt zijn les wel voor, zag ik gisteren, maar net niet genoeg.

We moesten een bouillon trekken. We hebben eerst een leuke kip-ontleed-les van de meester gekregen. Morgen ga ik nog een kip kopen om dat thuis te oefenen. Iedereen uit de klas denk ik. Behalve de Italiaan.

We moesten een Minestrone maken. Je zou een enorm enthousiasme bij de Italiaan verwachten. Toch? Maar hij had niet door dat de bouillon een voorbereidingsstap was. Hij had niet door welke groenten er in de Minestrone gingen en welke in de bouillon. Hij had de Minestrone helemaal opnieuw uitgevonden. Hij is ook zo geweldig slordig, hij heeft een beslagen brilletje op zijn neus. Hij is een goede inspiratie voor een komisch typetje.

Mee naar huis: niet de Minestrone, voortaan afsluitbare flessen/doosjes meenemen, we weten tenslotte wat we gaan maken. Ook niet de uitsmijter rosbief met de standaard hollandse garnering augurkwaaier op een wortelslaatje op een slablaadje. Wel allemaal zelf gemaakt. En ter plekke verorberd. Wel mee: de meloencocktail, gemarineerd in witte port. Bolletjes uiteraard, uitgestoken met het pommes parisiennemesje. Ook zo 70's.

Meester beklaagde zich overigens dat de receptuur voor de Minestrone niet klassiek genoeg was. Hij verdacht de lesbrievenmakers ervan een Jamie Oliver recept gebruikt te hebben. Dat vond hij maar niks. "Maar ja, hij is er wel miljonair mee geworden."

Tjee, het is een sociologiestudie aan het worden. Sjaak Swart die nog sigarenboer moet worden na zijn carrière tegenover Wesley Sneijder die op zijn 24e al kan stoppen.

dinsdag 20 oktober 2009

De eerste stagedag

Ik heb staan snijden: 200 crostini, 100 porties wilde zalm, een enorme bak cavalo nero en 35 porties rosbief. Ik heb een paar smaak-mayonaises gemaakt. Tonijn, mierikswortel en mosterd.
En ik heb samen met F. de keuken schoongemaakt.

En dat duurt van 9-17.

Maar even over de Cavalo Nero. Daar had ik nog nooit van gehoord. Palmkoolblad. Familie van de boerenkool. Ook wel Toscaanse boerenkool genoemd. Wintergroente. Het werk zit hem in de nerf. Die moet eruit. Die is te hard. Rauw smaakt het lekker, cavalo nero. Een koolsmaakje, maar een mild koolsmaakje.

Afijn.

Met die bak ben ik gauw drie uur zoet geweest.

Ik denk wel dat je hem meer gaat tegenkomen, want ik was nog niet klaar met mijn stage of cavalo nero kwam alweer bij Johannes van Dam voorbij bij de bespreking van een kookboek. Mijn chef maakte er een tapenade van (ik was al weg toen, dus weet niet hoe).

De crostini. Geleerd: kan je wel een week van tevoren maken, mits goed bewaard. Deze crostini waren heel erg dun gesneden stokbroodplakjes. Dik inkwasten met olijfolie. Op een bakplaat met bakpapier de oven in en goudbruin bakken. Niet keren.

Zalm. Zalm portioneren. Hoe moeilijk kan het zijn? Een cateraar bedenkt: 5 gram zalm pp. En koopt dus een pond zalm voor 100 zalmhapjes. Als je dan een paar keer per ongeluk 6 gram afsnijdt, hebben sommigen een 4 grams probleemhapje. En ik sneed ook wel eens 7 gram. Een andere gast moet dan met een zielige 3 gram op de receptie staan. Want je kan niet weer 2 gram van het 7 grams plakje afsnijden. Dat ziet er niet uit. Dan krijg je een sliertenhapje. Kan niet. Snij je acht gram, dan kan je mooi twee 4 grams porties maken. Heb je twee 6 grams problemen opgelost. Maar goed is het niet.
Daarbij wil je niet eeuwig aan de zalm zitten frutten. Eén keer clean snijden en dan afblijven is het devies. Op portioneergebied ben ik er nog niet. Dat gaat een lange leerweg worden.

De rosbief op de snijmachine gaf hetzelfde probleem. Enorm strakke inkoop met een beginneling aan de machine. Zweten!

Dat er zo wordt ingekocht is wel begrijpelijk. De zalm was echt topkwaliteit. Deze zalm kan je niet eens vergelijken met wat je voor een paar euro in de supermarkt koopt. Dat lijkt van een ander dier te komen. Het vlees is van een biologische boer uit de buurt. Er was sla zo stevig en knapperig als wat, en dat in vele soorten. Het brood was van langzaam gerezen deeg.
Alleen de koffie voor onszelf in de keuken. Die was gewoon uit de Bravilo. Brrr, wat vies.

Morgen en overmorgen weer. Dan bereiden we een diner voor.

donderdag 15 oktober 2009

De tweede schooldag

We hebben alweer herfstvakantie. Schooldag drie is pas over twee weken.
Les 2 moesten we voorbereiden. We hadden huiswerk.
Ik heb geleerd over bladgroenten en eieren. De loopruimte van eko-kippen, althans, de moeders van de eko-eieren, is helemaal niet zo groot als ik dacht. Vanaf het scharrel-ei met vrije uitloop, via het grasei en het maïsei, lopen er 7 kippen op een vierkante meter. De eko moeders krijgen wel gezonder voedsel. Geen anti-biotica, geen chemische kleurstoffen en biologisch geteelde granen.
Het volière-ei is een soort flatbewoner. Die leeft op verschillende etages. Maar het is er beredruk nog, net zo druk als bij de legbatterij. Het scharrelei heeft een moeder die weliswaar niet met vijftien opeengepakt zit, maar met zeven op een meter. Ze krijgen vrij ongespecificeerd voedsel, met wettelijk twee gram graan per dag. De rest kan dus dierlijk aangevuld worden. Hun zussen met vrije uitloop hebben dat, vrije uitloop. De meters per kip worden niet meer. Vanaf het volière ei krijgen de kippen alleen nog maar plantaardig voedsel. Om het ingewikkeld te maken is er dan het scharrelei met vrije uitloop extensief. Die heeft het meeste ruimte van iedereen, meer nog dan het minimum van de eko kip. Maar, die eet niet uitsluitend plantaardig voedsel, krijgt antibiotica en krijgt wellicht chemische kleurstoffen toegediend.
Om te oefenen zat er in de theorie een case over Huzarensalade. Zowel de kok als de chef blijken ’s ochtends afwezig en onbereikbaar te zijn. Ik ben in dienst als leerling. Er staat een lunchreservering van 10 gasten die “dezelfde-lekkere-huzarensalade-als-vorige- keer” willen. Dat moest ik oplossen. Theoretisch dan.
Terug in de klas hebben we gehoord:
Dat in de begintijd van de marketingcampagne “Beaujolais primeur” , we praten over de zeventiger jaren, Rob Slotemaker en Ben Pon in een Porsche naar de Beaujolais raceten om de primeur van de Primeur te halen. Dat je in het Waldorf Astoria geen Waldorf salade kunt eten . Dat je niet om 22.30 uur de bediening wijs moet maken dat er nog 35 man aankomt.
De termen witte en zwarte brigade voor keuken en bediening. En tegenwoordig moet je grijs denken.
In de praktijkklas stond ik met de arrogante aan de werkbank. Die snijdt zijn brunoises super regelmatig en snel. Die heeft zijn water zelfs sneller aan de kook dan ik. En hij heeft witte brigade humor. Hij slijmt met meester.
Op het programma aardappelsalade en tomatensla met vinaigrette. Maar dat heet French Dressing.
De tomaat moet ontveld. De aardappelbrunoises geblancheerd en dan laten zwemmen in zure room met mayonaise. Dat gaat nog moeilijk worden voor mij op het examen. De basisrecepturen moet je opvolgen. Maar ik heb mijn aardappelsalade al anders gemaakt. Die hoeveelheid mayonaise kon ik niet aan.
Na de twee salades nog wat andere groentes geblancheerd. Bloemkool in rozetjes, prei in juliennes, wortel en knolselderij in brunoises. Al het geblancheerde gaat meteen in ijswater. Er wordt wat afgespoeld in de keuken. Over smaak hebben we het niet.
Vorige les (snijtechnieken) liepen er uiteindelijk vijf met pleisters van de meester rond. Die zijn blauw, dat zie je als hij in het eten valt. Dit keer liepen er twee met brandwonden. Omdat één van ons zo dom was geweest een pan terug te hangen die nog gloeiend heet was. Teamwork, zo’n keuken.
Mee naar huis: de twee salades. ’s Nachts vette oprispingen, niet lekker.
Ik ga op stage. De cateraar heeft me enthousiast genoeg bevonden. Morgen mijn eerste stagedag.

woensdag 7 oktober 2009

De eerste schooldag

’s Ochtends check ik mijn foedraal met messen. Ik snijd me.
Mijn kokskleren zijn nog niet gearriveerd bij de bedrijfskledingwinkel. Ik heb een dames outfit besteld. Getailleerde broek en buis. Die hadden ze niet in voorraad. Ik heb een zwarte broek gekozen en een witte buis. Zwart leek me zo chefferig.
Om één uur krijg ik toch nog een belletje. De kleding is er. Ik kan nog net thuis even voor de spiegel checken. Het zit iets te ruim. Gauw foto gemaakt en naar man gestuurd.
Op naar de eerste les. Met tien kilo boek, werkschoenen en de outfit.
De meester is lang en dun en best oud. We zijn met elf. Drie vrouwen en acht mannen. Ik en een andere vrouw zijn denk ik de oudsten. Een jongen is achttien. De rest zo tussen de 25 en 32.
De meesten werken ergens in de wijdverbreide horeca. En willen meer. Willen beter worden.
Het is wel wennen aan de meester. Hij is vreselijk goed op de hoogte. Weet wat er speelt, staat open voor alle ontwikkelingen. Dat is heel erg leuk. Maar hij heeft een mal gevoel voor humor. En een malle didactiek om hele grote fouten onder de aandacht brengen. Met heel erg sprekende stiltes. Waarop ik steeds wil zeggen: jemig, wat erg.
Ik zal proberen de verhalen te onthouden.
De leerling die de Robot coupe schoon moest maken en hem in zijn geheel in de gevulde spoelbak zette: 1000 euro schade. De tien leerlingen die bij de afwasmachine staan te wachten tot het “bakkie” gedraaid is. Dus moeten we maar met de hand afwassen.
De leerling die de verrijdbare ijskast tegen de noodknop schoof. De leerling die een sneeuwbal van CO2 poeder draaide en in het T-shirt van de diëtiste wilde gooien. De snijwonden ben ik even kwijt. Van je af werken, gelardeerd met heel veel verhalen van mensen die het niet deden.
En Cas Spijkers is al gebashed! Die was levend voorbeeld in hoe de theedoek NIET te gebruiken. Wij mogen hem alleen gebruiken om hete pannen mee aan te vatten. En een schone doek om af te drogen. Cas deed in zijn kookprogramma alles met zijn doekie. Hete pan pakken, snijplank afvegen, werkblad afvegen, handen drogen, zweet deppen, hoesten , niezen en neus snuiten. En als klap op de vuurpijl veegde hij hem ook nog langs de rand van het bord van de gast. Om het bord mooi schoon op te dienen. Die vermaledijde Cas toch. En dat heeft een heuse Cas Spijkers academie. Blij dat ik daar niet op zit.
Geleerd op de eerste les: soorten bedrijven/horeca, soorten keukens, lesprogramma.Hygiëne, hygiëne en hygiëne. Geen Frans gebruiken als je het niet kan. Wel leren!
Praktijkles: doekgebruik, snijplankgebruik, natte lap onder de snijplank, snijtechnieken als cisseleren, juliennes, chinoises en brunoises snijden. Opruimen en afwassen.
Boterham meenemen. Een aantal van de jongens ging zowat van zijn stokje omdat niet duidelijk was dat we zelf een boterhammetje mee moeten nemen voor in de pauze. Op deze kokschool geen eten voor de leerlingen.
Mee naar huis: 1 komkommersalade met dille en 1 bakje gesnipperde ui.

O ja, en de helft liep heel chefferig in zwarte buizen.

maandag 5 oktober 2009

Morgen eerste schooldag

Ik ben er bijna klaar voor. Voor mijn 1e schooldag op 50 jarige leeftijd. Ik heb 20 jaar ander werk gedaan. Ik was freelancer. Ik ben geen crisisslachtoffer, alhoewel dat natuurlijk niet echt helpt. Ik kon niet verder, was ontevreden met het werk dat ik deed.

Na veel nadenken, een coach, een andere coach , teruggeworpen worden, depressief worden (denk ik) en zeker redelijk wanhopig worden over mijn financiële toestand en vooruitzichten, heb ik een paar weken terug besloten de Basisopleiding Kok te gaan volgen. Omdat ik van koken houd. Omdat ik het leuk vind met eten bezig te zijn.

Ik ben helemaal niet zo'n amateurkok die thuis op sterrenniveau kookt. Verre van dat. Maar ik vind het wel leuk om een hele dag of zelfs twee, in de keuken te staan om lekkere dingen te maken.

Ik heb messen gekocht en kokskleding besteld. Die kan ik hopelijk morgenochtend bij de firma ophalen.
De boeken zijn binnen en ik heb zojuist een map gekocht om mijn losbladige Themaboek Kok 1 in te doen. Dat kost maar liefst 43 euro. Belachelijke prijs voor een losbladige leermethode. Maar goed, niet meteen een lastige oude leerling worden.

Ik ben afgelopen week bij een cateraar geweest. Ik wil daar heel erg graag stage lopen. Ik wil leren snijden, leren in een keuken te werken, over produkten leren. Ik denk dat het een hele goede en leuke cateraar is. Eén die produkten bij de teler weghaalt, die biologische produkten gebruikt - maar wie doet dat niet tegenwoordig, zelfs Unox lanceerde vandaag een biologische soep- die bezig is met smaak. Nou, dat klinkt ook weer niet als een enorm sterk argument. Je mag hopen dat alle cateraars met smaak bezig zijn. Maar of dat echt zo is?

Woensdag hoor ik of de cateraar me goed genoeg vindt als stagiair. Of gedreven genoeg. Of ik overtuigend genoeg ben overgekomen.

Tja, en dat allemaal voor helemaal nul inkomen. Dat is eigenlijk ook wel redelijk duurzaam. Dat las ik vandaag weer op Foodlog. Want als je weinig geld verdient, kan je ook niet veel uitgeven en leef je dus duurzamer. Op Foodlog ging het anders: duur eten is door zijn prijs al duurzamer, omdat je door die uitgave minder uitgaven elders kan doen. Ongeacht of het dure eten biologisch geproduceerd is.

Maar moet een kok in de dop zich hiermee wel bezighouden?